Nieuws
45 procent van de wereldbevolking is werkzaam in de landbouwsector

Ondanks dat de groei daalt (dus niet stagneert) zijn er wereldwijd nog steeds meer dan 1 miljard mensen werkzaam in de landbouw. De landbouwsector is volgens FAO (2010) nog steeds goed voor 45 procent van de arbeidskrachten ter wereld. In arme landen is het percentage hoger (55%) dan in rijke landen. Logisch want landbouw is de eerste trede naar ontwikkeling. Zonder voedsel, zonder kennis van de natuur waardoor men kan leren werken met de natuur is er niet voldoende (voedsel)zekerheid om als mens of maatschappij of land te kunnen groeien naar hogere ontwikkelingsniveaus zoals onderwijs, financiële zekerheid of zelfs dingen als zelfontplooiing en innerlijke groei.

Dat is de reden waarom de boeren zo geïrriteerd zijn door plannen van de overheid wanneer er gezegd wordt dat iedere sector moet inleveren om de klimaatdoelen te halen.

Als je de ontwikkeling van de mensheid vergelijkt met het bouwen (ontwikkelen van een huis) dan is de landbouwsector de fundering. De landbouwopbrengst (voedsel) is het cement (met als bestanddelen plantaardige en dierlijke eiwitten), het onderwijs zijn de draagbalken en de financiële zekerheid is het dak, de zelfontplooiing zijn de (mooie en dure) meubels.

Iedereen begrijpt dat als er geminderd moet worden je niet begint met de fundering en je ook geen risico gaat nemen met de bestanddelen van het cement (dierlijk eruit). Kleine scheurtjes in een fundering kunnen immers leiden tot grote schade aan het hele huis. De grootste sprong die gemaakt is in de ontwikkeling van de landbouw, is niet kunstmest of het in gebruik nemen van machines. Nee, de grootste ontwikkeling is dat boeren niet meer  achter hun voedsel aan hoefde te ‘reizen’ maar zich konden vestigen op één plek omdat zij geleerd hadden hoe voedsel bewaard kon worden (conserveren). Het duurde nog een aantal eeuwen voor men door kreeg dat niet alle plekken voor alle soorten voedsel geschikt was, maar toen de handel (voornamelijk nog over water) op gang kwam was dat probleem opgelost. Vanaf dat moment stond niks de opkomst van de grootste beschavingen in de weg.

De paradox is dat de politici en burgers argumenten gebruiken dat boeren geen respect hebben voor de natuur, dat de natuur plaats moet maken voor de landbouw en dat veehouders zich moeten schamen dat ze dieren houden voor productie van voedsel en we de natuur met rust moeten laten zodat de biodiversiteit zich kan herstellen. Maar ondertussen maken zij plannen waarbij niet de meest geschikte plek qua klimaat en grondsoort (natuurlijke geschiktheid) bepalend is voor waar iets geproduceerd wordt, maar de geografische cirkel waarin een land(bouwbedrijf) zich bevind.

Nederlandse klimaat

Het klimaat in Nederland (vochtig) is ideaal voor koeien, veel grond is echter vooral geschikt als grasland. Daarentegen is een groot deel van de landbouwgrond in bijvoorbeeld Frankrijk weer geschikt voor de productie van granen en minder geschikt voor grasland.

Het is ongeloofwaardig dat de politiek serieus denkt dat voedsel en mens/ koe dichter bij elkaar moeten zijn. Dat geloven ze ook niet echt, anders was ook de import wel genoemd als ‘oplossing’. Maar luxeproducten zoals chocolade en avocado’s  die tijdens de productie een aanslag plegen op het milieu wel verboden.

Het idee van de kringloop landbouw lijkt vooral iemands stokpaardje wat toevallig heel goed past in het huidige debat over klimaat.

De paradox is dat het de mensen zijn die niet al eeuwen van generatie op generatie met de natuur werken de zwaarste stem hebben in het debat over natuur en landbouw, maar een groep mensen die zo ver bij de (oorspronkelijke) natuur vandaan staan dat ze niet kunnen inschatten welke consequenties bepaalde keuzes hebben.  De ‘oplossingen’ die geboden worden laten zien hoe weinig ze ervan begrijpen.

Het is voor mij onbegrijpelijk dat krimp van de primaire voedselproductie voor krimp van de secundaire voedselproductie en luxe artikelen gaat.

Maar de voedselproducerende sector zo uitknijpen dat de kans bestaat dat er over een generatie niet meer genoeg boeren zijn om de helft van de eigen bevolking van voedsel te voorzien, zodat een gemiddeld gezin twee auto’s, vijf laptops, 5 telefoons, 3 plasma televisies, meer kleren in de kast dan dat je aan kan in een jaar en drie vakanties per jaar kunnen behouden, laat zien dat de weelde waarin we verzuipen ons tevens blind en dom maakt.