Nieuws
Het best bewaarde geheim van LTO

Deze column is ook te lezen op de site van Boeren Business

Het lijkt bijna als vloeken in de kerk wanneer de vraag gesteld wordt hoeveel leden LTO heeft. Wanneer je kijkt naar internetfora dan zie je dat er vooral een discussie komt over of het wel interessant is hoeveel leden ze hebben (ja dat is heel interessant want ze doen namelijk nogal wat uitspraken vanuit de sector). Wanneer er doorgevraagd wordt komt uiteindelijk steeds de opmerking ‘wij hebben een organisatiegraad van meer dan 70%’.

Zoals te lezen valt in een interview met LTO voorzitter Marc Calon op de site van, melkvee.nl (2018).

Hoe groot is LTO eigenlijk? Hoeveel boeren vertegenwoordigen jullie nog?

„Dat is 72 procent. Hoeveel dat per sector is, weet ik niet – voor de melkveehouderij zal het wat meer zijn, voor de varkenshouderij iets minder. Maar het is net zoveel als in 1990. Dat verbaasde mij. Ik had thuis nog dossiers van die tijd, toen ik voorzitter was van de Groninger Maatschappij van Landbouw, en daarin vond ik een artikel van het toenmalig Landbouwblad. Daarin stond dat de organisatiegraad toen rond de 70 procent was. Toen hebben we gekeken hoe dat nu is – hetzelfde dus, 72 procent. Het verbaasde me wel.

De laatste cijfers uit 2013 laten het volgende zien:

Ledenaantallen: (Leden met bedrijf)
 
 
Het rapport feitencheck is inmiddels van de site gehaald door LTO maar als je het nog wil inzien kan dat door hier te klikken
Bron: LTO (2012)
 
 
Aantal agrarische be drijven: 68.500 (1 april 2012). Dat zou betekenen dat 43% lid is van LTO. Nu is het zo dat LTO zelf aangeeft dat zij de leden ‘dubbel tellen’ dus per gezin. Als wij er even voor het gemak van uitgaan dat 60% getrouwd is dan komen wij op deze berekening.
60% van 29.500 = 17.700 (deze zijn dan dubbel geteld) dus 17.700/2= 8.850 + 11.800 (40%) = 20.650.
20.650/68500 = 30%

LTO zelf meest verbaasd

Wat mij opvalt is dat hij tot twee keer toe in een alinea aanhaalt dat het hem verbaasd dat de organisatiegraad zo hoog is. Het is alsof je een melkveehouder hoort zeggen dat hij even heeft opgezocht hoeveel melk hij deze week geleverd heeft en dat het hem enorm verbaasde dat het net zoveel was als het jaar daarvoor.

De organisatiestructuur van LTO is zo ondoorgrondelijk geworden dat ze zelf niet eens meer weten waar ze over praten.

Het CBS geeft aan dat in de hele landbouw en visserij sector er een participatiegraad va 12% (2011) is in vakorganisaties/vakverenigingen/vakbonden.

Organisatiegraad als graadmeter

LTO heeft zoveel soorten ondernemingen dat zij ongeveer iedere sector wel bedienen. Het is echter voor mij onmogelijk om de getallen die LTO zelf noemt bevestigd te krijgen. Het lijkt erop dat ze heel soepel omgaan met het begrip organisatiegraad. CBS geeft de volgende definitie.

Het aantal werknemers dat lid van een vakbond is, uitgedrukt in procenten van het totaal aantal werknemers.

Volgens het CBS zijn er ongeveer 170.000 mensen werkzaam in de landbouw. Een participatiegraad van 72% houdt dus in dat  er 122.400 medewerkers lid zijn van LTO. Stel dat dit waar zou zijn dan zou de LTO ieder jaar 122.400 * 1000 euro = 122.400.000 miljoen euro moeten ontvangen. Maar als wij naar de wins- en verliesrekening kijken is de omzet ongeveer 24.000.000 dat is 1/5 daarvan. Dat zou een organisatiegraad van 14,4% geven. Dan ga ik er wel vanuit dat alle inkomsten ledencontributies zijn. Wat waarschijnlijk niet zo is waardoor het percentage nog wat lager uitvalt.

Winst- en verliesrekening

 

Boekjaar:

 

 

2015

 

 

2014

 

 

2013

Type jaarrekening: geconsolideerd geconsolideerd geconsolideerd
Bedrag: x 1 x 1 x 1
Valuta: EUR EUR EUR
Indeling: functioneel categoraal functioneel
netto-omzet 24.311.300 26.091.014 27.672.899
kostprijs van de omzet 5.161.095   2.438.531
bruto-omzetresultaat 19.150.205   25.234.368
afschrijvingen vaste activa 3.638.754   429.686
netto omzetresultaat 15.511.451   24.804.682

Bron: Kvk, cijfers 2015 gedownload 2018 (klik hier voor het hele verslag)

De beschrijving van het CBS biedt inderdaad heel wat ruimte.

“Het CBS vraagt de vakbonden hoeveel leden, uitgesplitst naar geslacht en een leeftijd, contributie
betalen. De peildatum is 31 maart. Er wordt niet gevraagd of de leden wel of niet werkzaam zijn, omdat devakbonden deze informatie niet in hun ledenadministratie hebben opgenomen. De ledenaantallen die de vakbonden verstrekken zijn niet uit te splitsen naar personen in loondienst, personen die nog niet of niet meer werken, werklozen, gepensioneerden en personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Ook de vakbondsleden die niet in Nederland wonen (zoals ambassadepersoneel en militairen) worden door de vakbonden meegeteld. Daardoor zijn deze gegevens niet geschikt om de organisatiegraad te bepalen. De Enquête Beroepsbevolking (EBB) bevat echter zowel gegevens over lidmaatschap van een vakbond als over de arbeidspositie. Daarom is de EBB de bron voor het vaststellen van de organisatiegraad (CBS, 2018).”

Melkveehouders

Een jaar geleden (2017) stond er een artikel in de boerderij waar een inventarisatie is gemaakt van de ledenaantallen van verschillende belangenorganisaties in de landbouw. Ook zij kwamen niet veel verder dan veel schattingen. LTO Noord gaf aan in totaal 35.000 leden te hebben, maar stelde dit bij door te zeggen dat daar ook de slapende leden bij waren gerekend, zonder die leden waren het 25.000 leden. Daarbij worden dan ook de gezinsleden gerekend, in de praktijk komt het dan neer op ongeveer 12.500 leden met een bedrijf.  ZLTO geeft aan dat er  7.126 bedrijven lid zijn. LLTB geeft aan dat er 2.400 bedrijven/maatschappen en slapende leden lid zijn, omgerekend komt dat dan neer op 1.200 leden.

 

Dit laat de volgende afname zien:

  2012 in aantallen 2017 in aantallen 2012-2017 in %
LTO                      18.000                      12.500 -30,6
ZLTO                         8.500                         7.126 -16,2
LLTB                         3.000                         1.200 -60,0

Volgens het CBS zijn er op dit moment nog 54.840 landbouwbedrijven. Dat zou betekenen dat van alle bedrijven 38% lid is van LTO. Dat is een kleine daling ten opzichte van 2012 van 4%. Niets om je voor te schamen.

Aantal landbouwbedrijven, totaal
Totaal akkerbouwbedrijven aantal 10 685
Totaal tuinbouwbedrijven aantal 7 078
Totaal blijvendeteeltbedrijven aantal 1 612
Totaal graasdierbedrijven aantal 27 557
Totaal hokdierbedrijven aantal 4 650
Totaal gewascombinaties aantal 1 119
Totaal veeteeltcombinaties aantal 581
Totaal Gewas/veecombinaties aantal 1 558
Bron: CBS

De laatste tijd is LTO vaak in het nieuws mede door het meeschrijven aan het grondgebonden advies. Een aantal keren kon je lezen dat de leden van LTO (volgens LTO) het plan ‘omarmden’.

NZO en LTO nemen het advies van de commissie volledig over en werken het verder uit. Beide partijen gaan nu onderzoeken hoe zij melkveehouders kunnen stimuleren om de gewenste grondgebondenheid in de komende jaren te realiseren.

‘Het advies draagt bij aan een aantal doelstellingen die we zelf al hebben gesteld in de duurzame zuivelketen. Het past dus mooi’, stelt Bruins. Grondgebondenheid

In zo een geval is het natuurlijk wel heel belangrijk om te weten hoeveel procent van de melkveehouders dan vertegenwoordigd worden. Er zijn in Nederland 17.000 melkveehouders, daarvan zijn er ongeveer 3.000 lid van de NVM (boerderij, 2017) en ongeveer 2.000 van de DDB. UIt een eerder onderzoek van de SER (2012) blijkt dat 43% van de melkveehouders lid is van een vakvereniging. Dat levert de volgende berekening op:

17.000 / 100 * 43 = 7.310. Daarvan zijn ongeveer 5.000 melkveehouders lid van een andere vakvereniging. Dus blijven er 2.300 melkveehouders over. Dat is 13,5% van alle melkveehouders. Wat een heel mooi aantal is. Blijkbaar is het aandeel van de melkveehouders ongeveer 12% van het hele ledenbestand

Kleur bekennen

Het probleem met belangenorganisaties is dat ze vaak in overleg willen met alle partijen en dan op zoek gaan naar een middenweg. Mooi streven, maar in de landbouw is het lastig. Ten eerste heb je hele verschillende bedrijfstakken binnen de landbouw zelf en ten tweede heb je een groep met verschillende belangen binnen de bedrijfstakken. Een duidelijk voorbeeld is bijvoorbeeld de biologische veehouderij versus de reguliere veehouderij versus de intensieve veehouderij. Buitenom dat het lastig is lijkt het alsof LTO de laatste tijd vooral de groep die het meest in de problemen zit (melkveebedrijven met weinig grond en hoge kosten) het minst wil vertegenwoordigen.

LTO komt op voor de belangen van alle veehouders, dus ook voor de intensieve veehouderij.

Transparantie

Veel leden, weinig leden, tien concern relaties of drieduizend het moet niet uitmaken zolang iedereen nog weet hoe het zit en waar je voor kiest. Op dit moment spreekt LTO uit naam van 13,5% van de melkveehouders dat is te weinig om te kunnen zeggen dat de sector dit wil. Een snelle analyse laat zien dat de verhoudingen op social media steeds meer richting negatief sentiment gaan met betrekking tot LTO.Transparantie is een groot goed voor leden van  een belangenbehartiger organisatie. Volgens mij wil LTO daar best in mee gaan.  Laten wij beginnen met gewoon antwoord geven als er een volgende keer gevraagd wordt hoeveel leden er zijn en dan niet goochelen met dubbele leden, slapende leden, maatschappen, bedrijven, personen, werknemers, verzekeringnemers etc. En ook niet met bedrijfstakken. Gewoon per bedrijfstak per landbouwbedrijf de cijfers op tafel.

 

 

Bronnenlijst
Bedrijven__bedrijfstak_29042018_115920 (1).csv. Geraadpleegd van
    https://www.dropbox.com/s/pdvikyl7m2sc8bn/Bedrijven__bedrijfstak_29042018_115920 (1).csv?dl=0
Calon: ervaren bestuurder,maar niet onomstreden - GFactueel.nl . Geraadpleegd van
    https://www.gfactueel.nl/Home/Achtergrond/2016/8/Calon-ervaren-bestuurder-maar-niet-onomstreden-2866439W/
Gemor oververnieuwingvan LTO Nederland - Minder invloed voor leden | Boerenbusiness.nl. Geraadpleegd van http://www.boerenbusiness.nl/artikel/10873946/gemor-over-vernieuwing-van-lto-nederland
Jaarplan_2017_LTO_GLaskracht_Nederland.pdf. Geraadpleegd van https://www.ltoglaskrachtnederland.nl/content/ltoglaskrachtnederland/docs/Algemeen/Jaarplan/2017/Jaarplan_2017_LTO_GLaskracht_Nederland.pdf
Landbouw__gemeente_300418110330 (1).xlsx. 
LTO - Home. Geraadpleegd van http://www.lto.nl/
LTO verzekeringS002@ (1).pdf.
KVK-LTO (1).pdf. 
Organogram LTO Noord (1).pdf. 
Over ZLTO . Geraadpleegd van https://www.zlto.nl/overzlto
    'POV werkt nauw samen met LTO,maar blijft luis in de pels'. Geraadpleegd van
     https://www.nieuweoogst.nu/nieuws/2018/03/31/pov-werkt-nauw-samen-met-lto-maar-blijft-luis-in-de-pels

6 thoughts on “Het best bewaarde geheim van LTO

  1. Lto heeft veel inkomsten uit zgn “projecten”. Betaald uit voorheen de productschappen wat nu ZuivelNL ed is. Hieraan betalen alle boeren mee. En ook bedrijven; lto-vastgoed ,lto-voordeelinkoop.Ledenaantal van lto is ernstig overschat vooral na het fosfaatreductieplan en ook de hoge contributie speel mee als het minder gaat.
    Verders is Lto een allemans vriend schurkt graag tegen groote partijen aan zoals NZO en lnv. Of dat in belang is van de boeren kun je je afvragen.

  2. Ter illustratie van het broodje en de aap: in West-Nederland hadden we op 1 november 2017 10.030 leden. Volgens CBS waren er in 2017 12.397 agrarische bedrijven in FL, NH, UT en ZH. ‘Ongewogen’ organisatiegraad dus bijna 81%. Nadere duiding @LTONoord volgt later. Als de juiste vergelijking wordt gemaakt ziet ieder dat het totaal aantal agrarische bedrijven afneemt, het totaal aantal leden ook, het percentage dat lid is daalt daarentegen niet #juistevergelijkingblijftmoeilijk

  3. Top dat je de moeite neemt te reageren. Het enige doel is transparantie. Als je merkt dat er onrust komt en je hebt de cijfers om die weg te nemen dan is het toch alleen maar mooi om dat te doen? Sterker nog ‘omarm’ de kritische geluiden uit de maatschappij dat houdt je scherp en laat zien waar de focus op moet liggen. Gebruikt LTO dezelfde dezelfde cijfers voor het berekenen van de organisatiegraad als het CBS? Ik bedoel als LTO rekent met 1 landbouwbedrijf met 100 werknemers als 101 dan kun je met tien agrarische bedrijven al een organisatiegraad van 80% halen en dan zou dit systeem (met een paar grote bedrijven en heel veel kleine) niet echt passen bij de landbouwsector.

Comments are closed.